Jubeljaar 2025
In de RK Kerk is het jaar 2025 door Paus Franciscus uitgeroepen tot Jubeljaar. Dit woord is niet afgeleid van ‘jubileum’, maar van het Hebreeuwse woord ‘yobeel’. Dit betekent ‘ramshoorn’. Met een stoot op dit muziekinstrument, werd volgens het Bijbelboek Leviticus, hoofdstuk 25, een sabbatsjaar aangekondigd en ook besloten. Elke zevende jaar was een sabbatsjaar. Dan moest de joodse bewoner van Israël zijn landbouwland een jaar rust geven en leven van de opbrengst van de jaren ervoor. En na zeven sabbatsjaren volgt een Yobeel-jaar. Dan moesten alle schulden worden vereffend en alle slaven worden vrijgelaten. En alle land terug worden teruggegeven aan de oorspronkelijke bezitter of diens nakomeling(en). Maar voor een niet-joodse inwoner van het land gold de Wet van Mozes niet. Dus is er een oplossing gevonden voor dit probleem. Een familielid kon ook het land terugkopen namens dat familielid, dat is een ‘losser’. In het bijbelboek Ruth is daar ook sprake van. Dus na 7 x7 jaren was er een ‘yobeel’-jaar, een extra sterke verdeling om armoede te bestrijden.
In het jaar 587 wordt de stad Jerusalem verwoest en vindt deportatie van de inwoners naar Babylon plaats. Maar in 538 geeft de Perzische koning Cyrus de joodse mensen verlof geeft terug te gaan naar Jerusalem. Om hun tempel van JHWH weer op te bouwen. Dat beschouwt de anonieme profeet die het in het boek Jesaja aanvullingen gemaakt heeft, als een ingreep en gave van hun God JHWH, (Jes. 45) En van 587 – 538 is 7 sabbatsjaren, en dus een Yobeeljaar. God heeft zijn volk uit de slavernij bevrijd! JHWH is dus de ‘losser’ die nieuwe toekomst biedt aan zijn volk. Hij geeft nieuwe hoop!!
Als Jezus volgens Lukas’ evangelieverhaal in Nazareth mag voorlezen in de synagoge, vindt hij de plaats Jesaja 61,2 en leest voor over een ‘genadejaar van de Heer’. Dat is een griekse vertaling van het Hebreeuwse ‘yobeel’-jaar. En dan zegt hij er zelf bij: “Heden is dit Schriftwoord voor uw oren vervuld”. Lukas’ Evangelie schetst dus Jezus als “losser”, die zijn familie vrijkoopt om een nieuwe toekomst te bieden. Jezus is de losser, verlosser, die de prijs heeft betaald voor zijn familie. Hij biedt nieuwe toekomst en nieuwe hoop.
Het eerste jubeljaar was 1300. Christenen konden niet meer naar het ‘heilig land’ Israël, dat bezet was. En dus ook niet meer naar Jerusalem. Paus Bonifatius VIII stelde een ‘jubel-jaar’ vast dat elke eeuwwisseling zou gelden. Maar Paus Clemens VI stelde het vast voor elke 50 jaar, zodat meer mensen het konden meemaken en beleven als jaar van algemene verzoening en vergeving van zonden. Paus Urbanus VI stelde voor elke 33 jaar, gezien de levensjaren van Jezus op aarde. Paulus II verkortte de periode tot 25 jaar en Sixtus IV vierde vanaf 1475 elke 25 jaar een jubeljaar, Sindsdien is dat zo, maar soms verhinderden oorlogen gelovigen om naar Rome te komen en door de ‘heilige deur’ de lopen en een volle aflaat te verdienen.
Dit jaar is ook een jubeljaar, soms in het taalgebruik aangeduid als ‘heilig jaar’. Het thema is: “Getuigen van de hoop die in ons leeft”. Je kunt het woord ‘getuigen’ lezen als een werkwoord: de kerk wil getuigen van de hoop. Maar je kunt ook lezen als zelfstandig naamwoord: wij – of: kerkmensen – zijn getuigen van de hoop die in ons leeft. Het zal wel beide zijn, bedacht door reclametekst-schrijvers!
Maar het gaat uiteraard over de Hoop als deugd. In het Synodale Proces van de RK Kerk zijn de voorgaande jaren als de deugden van Geloof en de Liefde als thema aan de orde gesteld, In ons land is er weinig van te merken geweest in de parochies. De Bisschoppen Conferentie heeft meer aandacht voor het thema van de ‘missionaire parochie’ dan voor het Synodale proces, waar Paus Franciscus mee bezig is. Hij vraagt daarbij extra aandacht voor de plaats van vrouwen in de Kerk en van de inbreng van leken-gelovigen, niet-leden van de clerus.
Maar de Hoop is dit jaar voorwerp van bezinning en beraad. Wij zijn Pelgrims van Hoop! Gelovigen van de Hoop. In het Nieuwe Testament schrijft de apostel Paulus ook over de hoop in zijn Brief aan de Romeinen 8,23-25. In deze hoop zijn wij gered. Dat kan hij alleen maar schrijven met het joodse begrip van hoop, dat heel anders is als in het Griekse denken. Hoewel Paulus in het Grieks zijn brieven dicteert of schrijft, denk hij veel meer Hebreeuws. In het Hebreeuwse denken is de Hoop een deugd, Ha Tikwa. De schepping is niet zonder hoop (Rom 8,20) Hoop is een van de 3 Goddelijke deugden Hoop is in het Grieks ‘elpis’. In de Griekse mythologie is er het verhaal van Prometheus die het vuur van de Goden heeft gestolen. Als straf kreeg zijn broer Epimetheus de knappe Pandora tot partner. En zij krijgt een geschenk van de goden. Pandora opende het geschenk van de Goden en direct ontsnapten allerlei kwalen, zorgen en rampen, ziekten en ellende waar de aarde vol van is. Pandora wilde vlug doos sluiten, maar te laat. Alleen ‘elpis’ – de Hoop bleef op de bodem achter. Eerder een ramp, dan een deugd.
De Franse dichter Charles Péguy schreef er een prachtig gedicht over:
Ce qui métonne, dit Dieu, c’est l’esperance
Et je n’en reviens pas.
Cette petite espérance qui n’a l’air de rien du tout
Cette petite fille espérance Immortelle
Wat me verwondert, zegt God, is de hoop
En ik kan het nauwelijks geloven.
Deze kleine hoop die helemaal nergens op lijkt
Dit kleine meisje Onsterfelijke Hoop
Henk Berflo
