Voorjaars-editie ICF-mededelingen 2023

In deze uitgave vertelt Henk Berflo over de lezing ‘Maria, icoon van genade’, die prof. dr. Arnold Huijgen gaf voor de afdeling Breda.

Verder is er aandacht voor de viering van het 70-jarige jubileum van ICF-Nederland dat tegelijk met de Landelijke Conferentie op zaterdag 3 juni in ‘s-Hertogenbosch zal plaatsvinden. In verband daarmee is de uitnodiging met het aanmeldingsformulier, dat u wellicht ook persoonlijk al ontvangen heeft, in deze editie van Mededelingen opgenomen.

De afdeling ’s-Hertogenbosch geeft met nadruk aan, dat het mogelijk en juist wenselijk is om ook niet ICF-leden uit te nodigen.

Vervolgens bespreekt Jan Bouwmans van ICF-afdeling Breda het bijbelboek Numeri. dat Jonathan Sachs uitgebreid beschrijft vanuit hedendaags perspectief. De Hebreeuwse titel luidt ‘Bemidbar’: in de woestijn. Sachs karakteriseert het als “boek van de woestijn jaren”. Jan Bouwmans noemt de visie van Jonathan Sachs een bron van herijking voor christelijke theologen. Om redactionele redenen is de tekst enigszins ingekort.

Henny Hoedemaker

Maria Icoon van Genade

Met deze titel publiceerde prof. Dr. Arnold Huijgen een boek over Maria. Bijzonder is dat deze auteur hoogleraar dogmatiek is aan de Protestantse Theologische Universiteit in Amsterdam en predikant is van de Christelijk Gereformeerde Kerk. Zijn boek was in 2021 het beste theologische boek van het jaar en heeft in 2023 al zijn zevende (!) druk.

Voor de afdeling Breda van ICF besprak de auteur dit boek waarop een geanimeerde discussie werd gevoerd. Het boek tekent Maria als voorbeeld van geloof en vertrouwen. Maria is een Joods meisje dat moeder wordt van Jezus de verlosser en ook moeder van de gelovigen. Dat is het eerste 1 deel van het boek. Het tweede deel gaat over Maria als de vrouw, weer als Joods meisje en dan als Tweede Eva, zoals er in de loop der theologische ontwikkeling over gedacht is bij de Kerkvaders tijdens de Reformatie en in de dogma ontwikkeling binnen de rooms-katholieke kerk. Hier hoort ook de toepassing van de tekst van Openbaring hoofdstuk 12 bij, over de vrouw met de maan onder haar voeten en omringd door 12 sterren. Huijgen illustreert zijn betoog met voorbeelden uit de kunstgeschiedenis. Van de Maria Maggiore (5e eeuw) en de Sixtijnse kapel in Rome (16e eeuw), maar ook met de zwarte Madonna in Rocamadour en het tympaan van de abdijkerk van Sainte Foy in Conques in Frankrijk. Verder ook met voorbeelden uit de muziek van Pergolesi.

Bij dit alles staat Huijgen op stevige Bijbelse bodem. Bij zijn behandeling van de groet van de engel aan Maria met de tekst “Gij zijt de gezegende onder de vrouwen…” laat hij zien dat “gezegend” nog van slechts van 2 vrouwen in het Oude Testament gezegd is, nl van Jaël (Richt 5,24) en Judith. Ze hebben als krachtige vrouwen hun volk verlost van de vijand die hen belegerde, respectievelijk Sisera en Holofernes. Maria wordt dus met ‘krachtige vrouw’ aangesproken door de engel Gabriël, de toespeling op verlossing is al in dit woord meegegeven. Hij gaat daarbij theologen van de 20e eeuw als Barth en Bonhoeffer niet uit de weg, evenmin als de hedendaagse Franse schrijver Michel Houellebeck en diens roman “Onderworpen”. De hoofdpersoon hierin heeft een betrekking met Maria de Heilige Zwarte Madonna van Rocamadour en haar betekenis voor Europa.

In het gesprek met de leden van de afdeling werd ook gesproken over Maria-devotie. In het kerkelijk leven van de katholieken heeft devotie vaak een grotere plek gekregen dan theologie of bijbelkennis. Ook verschijningsverhalen hebben hier een plaats gekregen in de 19e en begin 20e eeuw met pelgrimages naar Lourdes, Banneux, Beauraing, Fatima, Czestochowa. In de katholieke traditie werd Maria vereerd, maar niet aanbeden zoals God wel werd aanbeden. In de discussie bleek dat dit voor veel protestanten kennelijk niet duidelijk was. Ook werd er op gewezen dat katholieken in de Lofprijzing een litanie van Maria kennen, waarin toch veel oudtestamentische beelden werden opgeroepen. Maria werd aangeroepen als Gouden Huis, Morgenster, Poort naar de hemel, Ark van het verbond enz. gevolgd door de bede “Bid voor ons.” Maar Maria als Mede-verlosseres naast Jezus Christus is te veel van het goede, vindt Huijgen. Bij de katholieken is Maria te veel overgewaardeerd, terwijl bij de protestanten zij te veel ondergewaardeerd is. Maria is een ‘icoon van genade”; transparant tot wij op Gods genade stuiten.

Voor de Oecumenische Beweging een belangrijk boek en de moeite waard om in een ICF afdeling te bespreken. Wij hebben er een bijzondere avond aan gehad in Breda.

Henk Berflo

Over Numeri lezing van Jan Bouwmans

De bijbel vertelt, kiest positie, is onderwijzing, levensleer, vertelt over hoe te leven, maar is geen geschiedenisboek. Dat gegeven is ook de grondtoon van Jonathan Sacks in zijn boek Numeri, constateert Jan Bouwmans tijdens zijn lezing Over Numeri voor de ICF-afdeling van Breda.

Als het goed doordringt dat het christendom fundamenteel geworteld is in het Jodendom; dat Jezus van Nazareth van top tot teen Jood was; dat de brieven van Paulus en de evangeliën primair joodse geschriften zijn, die geworteld zijn in Thora en profeten, dan is de lectuur van Sacks een verademing en een verrijking.

Het is haast niet voor te stellen dat een commentaar op het boek van Mozes zo actueel en interessant kan zijn. Maar dan blijkt het geklaag van het volk Israël tijdens de reis door de woestijn een verrassende spiegel voor te houden,

De Joodse historicus Yuval Noah Harari laat zien hoezeer de Joodse identiteit in de loop van eeuwen is opgebouwd uit 4 niet-joodse elementen. Zo geeft hij aan dat het geloof, dat de mens een eeuwige ziel heeft die in het hiernamaals wordt beloond of gestraft, nergens in de Thora wordt genoemd. Jahweh belooft in het Oude Testament nooit dat mensen die zijn geboden onderhouden, in de hemel de eeuwige gelukzaligheid zullen genieten. En nergens dreigt hij dat ze met eeuwig hellevuur voor hun zonden. Dit geloof is het Jodendom van buitenaf binnen gesijpeld als een religieuze overtuiging. Vooral vanuit Grieks-hellenistische filosofie van Plato 3e eeuw voor onze jaartelling en de Perzische religie van het zoroastrisme van de 14e ̶ tot 12e eeuw voor onze jaartelling.

De theoloog Jozef Ratzinger, paus Benedictus XIV, constateerde dat zo’n proces van dehellenisering gaande was en vond dat een ernstige bedreiging en ondermijning van het christelijke geloof. Ook de archeologische revolutie die al zo’n halve eeuw aan de gang is, zet de bijbel in een ander daglicht. Waar voorheen archeologische vondsten zich dienden te schikken naar de bijbel, keert de archeologische revolutie deze volgorde diametraal om; de bijbel moet zich schikken naar wat de archeologie aan het licht brengt. Alles wat over de Israëlitische slavernij, de uittocht uit Egypte, de tocht door de woestijn onder leiding van Mozes, de gewelddadige inname van Kanaän en het koninkrijk onder David en Salomon in de bijbel wordt verteld, is volgens die archeologische revolutie een latere reconstructie van het verleden geweest die een politiek en theologisch doel diende.

De inleiding van het Boek van Sachs krijgt in de voordracht van Jan Bouwmans de meeste aandacht. Sacks koppelt verleden en heden aan elkaar. Het heden is dan november 1989: de val van de Berlijnse muur. Het visioen van John Lennons lied ‘Imagine’ uit 1971 staat op het punt om werkelijkheid te worden. Kortom: een seculier equivalent van het messiaanse tijdperk. Maar nog geen 3 jaar later een etnische oorlog in Joegoslavië. Politicoloog Samuel Huntington van de Harvard-universiteit voorspelt in zijn proefschrift Clash of civilizations langdurige, gevaarlijke botsing van beschavingen. Januari 2011: begin van de Arabische Lente met burgeropstanden in vrijwel de hele Arabische wereld. Het volk wil af van tirannie ten gunste van democratie, liberalisering en mensenrechten. Nog geen 5 jaar later is er van die lente weinig meer over; wel zijn er burgeroorlogen in diverse landen. Na de Koude Oorlog kwam er geen vrede en vrijheid, maar oude barbarij en onderdrukking in nieuwe gedaante. Zo eindigen dromen over vrijheid in een nachtmerrie van chaos, geweld en angst. Daarom, zegt Sacks, is het boek Numeri – In de woestijn – een sleuteltekst voor onze tijd. Sacks noemt het een van de meest diepgaande en zelfkritische boeken uit de hele (wereld)literatuur over “de lange weg naar de vrijheid” (Nelson Mandela). De boodschap van Numeri is: er bestaat geen korte route naar vrijheid. Numeri is een nuchtere waarschuwing, het belangrijkste verhaal van hoop voor het Westen.

De Thora – de 5 boeken van Mozes – maar in het bijzonder Exodus en Numeri, vertellen over de reis van slavernij naar vrijheid; van onderdrukking naar een door de wet gereguleerde vrijheid. Die reis is niet slechts een fysieke trektocht door de woestijn, maar is psychologisch, moreel en spiritueel. Hij duurt 40 jaar, een tijd die mensen nodig hebben om te veranderen. Verandering vloeit voort uit inzicht dat verkregen is door pijnlijke ervaringen die voor toekomstige generaties zijn bewaard door de herinnering levend te houden. Het vraagt niet alleen om hoge idealen, maar ook om een manier van leven, waarin idealen worden vertaald in sociale omgang. Je schept geen democratie door eenvoudigweg tirannen te verjagen. Echte vrijheid wordt pas verkregen als een natie zelfbeheersing, moed en geduld weet op te brengen. Daar gaat Numeri over. Maar Numeri gooit het daarbij over een ingewikkelde boeg. Het boek bevat een scala aan teksten, genres en onderwerpen, verhalen, wetten, volkstellingen, reisbeschrijvingen, wetten m.b.t. overspel, veldslagen, opstanden, collectieve zenuwinzinkingen en nog meer. Daarbij doet de opbouw van het boek heel willekeurig aan. Verhalen worden steeds onderbroken en doorkruist door wetten die hier niet op zijn plaats lijken te zijn. Kortom, zegt Sacks, Numeri barst eigenlijk van de struikelblokken.

Hij legt dan 7 exegetische principes op tafel die helpen om het ‘mysterie van Numeri’ grotendeels te ontcijferen.

1. ‘Reizen van… in Exodus reist het volk van Egypte weg: negatieve vrijheid. Een slaaf die vrijgelaten wordt, is vrij om te doen en te laten wat hij wil. Reizen naar…Numeri beschrijft de reis naar het beloofde land: positieve vrijheid. Een samenleving waarin iedereen vrij is om te doen en te laten wat hij wil, is geen vrije samenleving; dat is anarchie. Een vrije samenleving vereist regels en codes: een door wetten geregelde vrijheid.

2. Mozes treedt in de boeken Exodus en Numeri op als leider in twee verschillende hoedanigheden. Technisch leider in Exodus en adaptief leider in Numeri. In technisch leiderschap lost de leider de problemen op. Adaptief leiderschap vraagt dat het volk zelf verantwoordelijkheid neemt. Mensen moeten zich voegen of aanpassen aan nieuwe omstandigheden. Zo niet, dan hebben ze geen probleem, maar zijn ze zelf het probleem.

3. Tijd als factor bij het overwinnen van de angst voor vrijheid. Want angst voor vrijheid is de kern van de negatieve stemming in Numeri. Vrijheid betekent verlies van voorspelbaarheid en veiligheid. Het betekent verantwoordelijkheid nemen voor je daden, dat hoeven slaven niet. Hoe speelt de factor tijd hierbij in Numeri? De twee politieke ideeën waar Numeri zich tegen keert, zijn: nooit en onmiddellijk. ‘Nooit’ is het advies van wanhoop en het politiek reactionaire. ‘Onmiddellijk’ is de verleiding van politiek en revolutionair messianisme. Beide eindigen in onderdrukking. Vrijheid is het werk van generaties en blijft altijd werk in uitvoering. Voor de kijk van Numeri op de samenleving en haar leiders citeert Jonathan Sacks een aforisme van rabbi Tarfon: “Het is niet aan jou om het werk te voltooien, maar je bent ook niet vrij om ervan af te zien.” Sacks besluit zijn inleiding met een beschouwing over vrijheid als blijvende taak.

Vrijheid is nooit minder dan zwaar werk en dat moeten mensen zelf doen. Die boodschap heeft vandaag de dag niks aan kracht ingeboet. Vrijheid wordt niet bereikt door tirannen van de troon te stoten. Ze wordt bereikt door 6 een langdurige oefening in verantwoordelijkheden en beperkingen die vrijheid vergt. Een vrije samenleving is een morele samenleving. Zonder een gedeelde moraal zal elke samenleving uiteindelijk in verval raken. Een vrije samenleving is uiteindelijk ook een spirituele prestatie. De grote ontwikkelingen in de 17e eeuw die de basis hebben gelegd voor de vrije samenlevingen van het hedendaagse Westen – sociaal contract en verbond, gewetensvrijheid en mensenrechten – zijn door denkers verwoord in een actieve dialoog met de Hebreeuwse bijbel; John Milton, Thomas Hobbes, John Locke, Benedictus de Spinoza. Het is geen uitgemaakte zaak dat deze ideeën op de lange termijn houdbaar zijn zonder de religieuze grondslagen van de Tenach.

Vrijheid is vandaag de dag net zo uitdagend als in de dagen van Mozes. En Numeri blijft een van haar klassieke teksten. Wie de moeite neemt om het hele boek te lezen, komt nog vele verfrissende teksten tegen die de traditionele christelijke allegorische bijbeluitleg redelijk doen verbleken.

Jan Bouwmans afd. ICF-Breda